Prinsessentaart

Verwarm de oven voor op 180°C (6).

Weeg de suiker, de bloem, de maizena, het amandelmeel en de olie af.

Klop de yoghurt, de suiker en de eieren in de beslagkom.

Voeg het vanillearoma toe.

Meng opnieuw en voeg beetje bij beetje het mengsel van de bloem, de maizena, het zout en het amandelmeel toe.

Voeg het bakpoeder toe en daarna de olie.

Voeg het citroensap aan het beslag toe en meng goed door elkaar. Beboter de bakblikken en verdeel het beslag in gelijke delen. Bak de taartjes ongeveer 45 minuten. De punt van een mes moet er zonder beslag uitkomen maar wel vochtig.

Laat de taarten afkoelen en haal ze uit de bakblikken.

Snijd één van de taarten in de vorm van een vierkant met behulp van een papieren mal, die van tevoren is uitgeknipt. Haal de randjes weg.

Maak nu het mascarponeglazuur: Roer de mascarpone met de vanillesuiker.

Leg met een grote lepel glazuur in het midden van de ronde taart. Bouw de taart op door het vierkante deel op het ronde deel te plaatsen.

Bekleed vervolgens de rest van de taart met het glazuur.

Vorm de torens van het kasteel : Snijd de randen van de ijshoorns met behulp van een mesje, maak ze gelijk als ze oneven zijn. Snijd vervolgens de punten van de hoorns af om er een decoratie op te kunnen plaatsen.

Doop de onderkant en de punten van de hoorns in een schaaltje, gevuld met basterdsuiker en zet ze bovenop de vierkante taart om de torens van het kasteel te vormen.

Strooi de roze hagelslag op de randen van de ronde taart.

Plaats de rode suikerhartjes de kleine hartjes en de vlindertjes op de muren van het kasteel.